Beta
versie -
Delen:

Neem tegengaan van voedselverspilling op in de omgevingsvisie

Juridische houdbaarheid
Hoog
Invloed
Gemiddeld
Overheidslaag
Gemeentelijk - Provinciaal - Nationaal  
R-ladder
R1 - 
R6  

Door het tegengaan van voedselverspilling op te nemen in de omgevingsvisie, wordt het onderdeel van de ambities en het beleid.

Samenhang tussen instrumenten Omgevingswet

De Omgevingswet bevat zes kerninstrumenten:
1. de omgevingsvisie,
2. het omgevingsprogramma,
3. de omgevingsverordening,
4. het omgevingsplan,
5. de omgevingsvergunning, en
6. het projectbesluit.

De Omgevingswet beoogt samenhang tussen deze instrumenten. Die samenhang wordt ook wel de beleidscyclus genoemd. Binnen die cyclus bevat de omgevingsvisie de ambities en doelstellingen in de vorm van strategisch beleid.

Hoe kun je de omgevingsvisie toepassen?

In de omgevingsvisie legt de gemeente haar ambities en beleidsdoelen voor de fysieke leefomgeving voor de lange termijn vast. Ambities met betrekking tot een duurzame en gezonde voedselomgeving passen daar ook in.

Nederland heeft zich gecommitteerd aan het Sustainable Development Goal 12.3 van de Verenigde Naties om in 2030 voedselverspilling te halveren ten opzichte van 2015. Ook veel gemeenten hebben zich aan deze doelen gecommitteerd. Dat betekent dat we in Nederland 1 miljard kilo voedsel per jaar minder moeten verspillen. Om deze doelstelling te halen, is het belangrijk dat voedselverspilling een plek krijgt in de omgevingsvisies van overheden.

Het expliciet opnemen van het tegengaan van voedselverspilling in de omgevingsvisie zorgt voor inbedding in de beleidscyclus van de Omgevingswet. Dit maakt het uitvoeren van beleid om voedselverspilling terug te dringen mogelijk. De omgevingsvisie dient als het ware ter onderbouwing van te maken keuzes en besluiten en zorgt voor doorwerking naar andere instrumenten die kunnen worden ingezet om voedselverspilling aan te pakken.

Uit de praktijk

  • In de omgevingsvisie van de gemeente Leeuwarden staat de ambitie om korte ketens te realiseren tussen producent en consument. Daardoor is een betere afstemming tussen producent en consument mogelijk. Betere afstemming tussen consument en producent leidt tot minder voedselverspilling en minder transport en dus minder CO2-uitstoot.
  • De visie van de gemeente Amsterdam is dat consumenten en bedrijven 50% minder voedsel verspillen in 2030 ten opzichte van 2015. In de omgevingsvisie Amsterdam staat onder andere dat stadslandbouw wordt gestimuleerd om voedsel dichter bij de consument te krijgen. Daarnaast ondersteunt de gemeente kringlooplandbouw en gaat zij samenwerkingen aan om de productie en consumptie van regionaal duurzaam voedsel te vergroten. Zelf draagt de gemeente hieraan bij door voor haar eigen organisatie zo veel mogelijk regionaal geproduceerd voedsel in te kopen.
  • De gemeente Ede heeft een voedselvisie en beleid. In de Voedselvisie van de gemeente Ede staat dat de gemeente lokaal voedsel wil stimuleren door onder andere ruimte te bieden aan stadslandbouw, moestuinen en eetbaar groen in de openbare ruimte. Bovendien ziet de gemeente mogelijkheden om met korte voedselketens en slimme logistiek voedselverspilling tegen te gaan. Deze of vergelijkbare doelstellingen kunnen ook een plek krijgen in de omgevingsvisie.

Voorwaarden

  • Omgevingsvisies zijn zelfbindend. Dat betekent dat het beleid geen rechtstreekse werking heeft en daardoor burgers en bedrijven niet bindt. Het schept alleen verplichtingen voor het bestuursorgaan dat de visie heeft opgesteld.
  • Het zelfbindende karakter van de omgevingsvisie brengt met zich mee dat je tegen het besluit tot vaststelling van de omgevingsvisie niet in beroep kunt gaan.
  • Gemeenten moeten rekening houden met de samenhang van de relevante onderdelen en aspecten van de fysieke leefomgeving en van de rechtstreeks betrokken belangen. Gemeenten moeten dus altijd een afweging maken tussen het beschermen en benutten van alle relevante onderdelen en aspecten van de fysieke leefomgeving.

Juridische toelichting

Uit artikel 3.1, eerste lid, Ow volgt dat gemeenten verplicht zijn één omgevingsvisie vast te stellen.

Artikel 3.2 Ow bepaalt de inhoud van de omgevingsvisie. De omgevingsvisie bevat een beschrijving van de hoofdlijnen van de kwaliteit van de fysieke leefomgeving, de voorgenomen ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming en het behoud van het grondgebied. Daarnaast beschrijft de omgevingsvisie de hoofdzaken van het voor de fysieke leefomgeving te voeren integrale beleid.

De omgevingsvisie wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Vanuit de wet is er geen verplichting tot actualisatie van een omgevingsvisie en is het dus aan de gemeenteraad om te bepalen of en wanneer wijziging nodig is. Wel kan er een looptijd van de visie worden opgenomen als de gemeente wil aangeven wanneer wijziging in elk geval moet worden overwogen.

RechtsgebiedPubliekrecht > Omgevingsrecht
CiteertitelOmgevingswet
Artikel3.1, 3.2
Geldig vanafInvalid Date